Dat verboden vruchten het lekkerst zijn, weten we al lang. Zo kon Eva het niet laten van de appel te eten. Toch grijpen we nog regelmatig naar een verbod. Ook in de opvoeding. Ik ben er zelf ook wel eens ingetrapt.
Mijn zoon is zwaar allergisch voor een aantal producten, zoals melk en eieren. We boekten een reis naar China. Best een uitdaging met zo’n allergie (ons Chinees is niet zo goed.) We vonden al snel een oplossing. We maakten een boekje met foto’s van producten met een dik rood kruis erdoor. De eerste de beste maaltijd: een enorme pan met een eierschotel. Zelf moesten we er enorm om lachen. Maar het maakte één ding heel duidelijk: “niet” werkt niet.
Actueler dan het voorbeeld van Eva en de appel is het onderzoek van Eva Esther Jansen. Zij toonde in 2007 aan dat snoepen verbieden, kinderen juist verleid om meer te eten. (leuke bijkomstigheid trouwens: het werkt ook met fruit. Wil je je kinderen stimuleren meer fruit te eten? Je hoeft het ze alleen maar te verbieden.)
Hadden we Do not eat the red food maar gelezen voor we naar China gingen.

Schrijf je in om maandelijks een inspirerende blog in je mailbox te ontvangen
Iedere maand een blog in je mailbox
Niet met je schoenen op de bank!
Toch werken veel ouders in de opvoeding met verboden, vaak uitgedrukt in vier letters: niet.
Niet met je schoenen op de bank, niet rennen, niet knoeien, niet met je speelgoed gooien. Herkenbaar? Hoe vaak gebruik jij het woordje niet om je kinderen iets te leren? Ik kom wel eens ergens binnen waar kinderen binnen vijf minuten tien opdrachten krijgen waarvan negen met het woordje niet.
In adviesgesprekken vraag ik ouders soms om te checken hoe vaak ze het woordje “niet” gebruiken. Tel zelf maar eens. Je zult schrikken van de uitkomst. Vergeet verbieden. Het heeft geen zin. Ons brein kan niet goed met het woordje “niet” omgaan. Het voorbeeld van de roze olifant kennen we allemaal wel. Wat gebeurt er als je tegen jezelf zegt om niet aan een roze olifant te denken? Precies! Je ziet hem meteen voor je.
Bij deze jongen werkte het ook niet, tot hij er zelf achter kwam. (even scrollen naar 10.45 minuten).
Zo krijg je wél het gewenste gedrag.
We hebben op de opvang wel eens een test gedaan door de helft van de kinderen de opdracht ‘niet rennen’ te geven en de andere helft de opdracht ‘wandelen’. De laatste groep vertoonde veel eerder het gewenste gedrag.
In plaats van ‘niet schreeuwen’ kun je ook vragen om rustig te praten. In plaats van ‘niet met je voeten op de bank’: ‘ga lekker op de bank zitten met je voeten op de grond’. En in plaats van ‘niet met die auto gooien’: ‘Een auto is om mee te rijden en een bal is om mee te gooien.’
Zo eenvoudig is het. Je zult het jezelf wel even moeten aanleren.
Je zult zien: De hele boodschap wordt anders ontvangen. De golflengte wordt veel beter op elkaar afgestemd. Een van de belangrijkste dingen in communicatie.
Dus wil je wat bereiken bij je kind, probeer ‘niet’ dan te vermijden. Ik ga het je trouwens niet verbieden, want we hebben net geleerd dat een verbod niet werkt.
Ps: Pubers!
Nog een manier om op een andere golflengte te komen dan je kind is het woord “puber” gebruiken. Puber heeft een bijklank doordat het zo vaak wordt uitgeroepen. Pubers!
Daarmee bedoelen ouders dan vaak zoiets als: “die vervelende wezens die hier door huis lopen en nergens rekening mee houden.” Ze gebruiken dan bijvoorbeeld een deur die dicht moet als “jij moet naar mij luisteren”. Onbewust willen ouders kinderen hiermee vaak laten buigen voor het regime in huis. Maar dan zit je niet op gelijkwaardig niveau.
Als je je kind puber noemt, staan zijn stekels meteen omhoog en zit je niet op dezelfde golflengte. Dus stop ermee.
Weet je iemand die het fijn zou vinden om deze blogs te ontvangen? Vul de gegevens van je vriend(in) hieronder in en we sturen direct een persoonlijke uitnodiging